M IJ N E II E E R E N f ZEER GEËERDE MEDELEDEN1 Qnder de menigvuldige drijfveren tot nuttiga en edele daden behoort huiten twijfel de Eigen- liefde eene driftdoor den weldadigen Schep per in het hart van iederen mensch zoo diep in geprent dat zij door sommige Wijsgeerenniet ten onregte misscliienvoor het beginsel van alle zedelijk gevoel gehouden is. Onverschillig te zijn omtrent zijnen goeden naam i behoort zekerlijk niet tot de gewone karakters der menschen. Wie zoubij do bewustheid van on schuld gaarne voor misdadig willen doorgaan bij zijne medemenschen Wie stelt geen belang in da goedkeuring van anderen, bijzonder van bevoeg de beoordeelaarsbij de herinnering aan eenig nuttig werk of welgemeende poging? Waar is de mandie te vreden is met de goedkeuring met de toejuicliing zelfs van het levend geslacht zonder zich te bekommeren over de toekomst? Of zou een vlugtige roem den Heldden Staats-< manden Wijsgeerden Schilderden Dichter III. CEEL. Z. C-EN. 4 he-.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 71