3 )- ne nagedachtenis immer opzettelijk vereerd is. la) Aan deze slechts flaauw geschetste trekken er kent Gij zeker den verdienstelijken PIETER DE LA RUË, den beroemden Schrijver van het Geletterd Staatkundig en Heldhaftig Zeeland. Reeds bijna acht en veertig jaren rust hij in het stof! Welaan dan, terwijl wij zijne beeldtenis aanstaren, laat ons de buide onzer erkentenis op zijne Grafzerk aan zijn koud gebeente dankbaar bewijzen. En hoort gij, Mij ne Heeren! uit mijnen mond, niet eene Lofspraak in den verheven' toon des Redenaarsmaar eene eenvoudige Levensschets die [Rieden den weikzamen maar ongelukkigeu Man naar waarheid, gelijk ik hoop zal doen kennen, wel niet zoo als Hij zulks verdiende maar zoo veel mijne krachtenen de voorraad mij ner naspeuringen het toelaten.Verleent mij, Mijne Heeren! Uwe toegenegene aandacht en toe gevendheid. A 2 De (a) De geleerde g.de wind, Hoogleeraar in de Ontleed-, Heel- en Vroedkunde aan het Middelburgsch Athenteum heeft nogtans in zijne redevoering de pmctarh Zelandorun) meritis in rimpublicam litter ar iam A 9 1778 aan de nagedach tenis Wn De la R.uê de hulde va» eerbied cn dankbaaA Jiejd naarwaarde toegebragt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 73