-( 7 )- durige ongesteldheid verviel bij in ecne zware ziek te en krankzinnigheid, die hem drie jaren, met afwisselende vlagen van rede en verbijstering nutteloos mankten voor zich zeiven en voor ande ren tot eindelijk zich de Goddelijke Barmhartig heid over hem ontfermde en eenc straal van hoop in zi'nen verslaven' geest deed nederdalen. n o Hij was, volgens zijne eigene aanteekening in het jaar 1722, in zoo verre hersteld, dat hij liet volkomen gebruik van ecnen werkzamen geest in een tamelijk gezond ligchaam had weder ge kregen. Zijne vrienden ontvingen hem met ver rukking hij hervatte zijne vorige ambtsbedie ning nam weder de pen open beweesdoor zijn onberispelijk gedrag en de stipte nakoming van zijne pligtendat hij het vertrouwen zijner medeburgeren niet verbeurd had. Welhaast aanvaardde hij op nieuw den post van Schepen zijner geboortestad en gaf zich voorts geheel aan de Letteroefeningen en het onderzoek der Heilige Schriften over, waar in hij door de Hoeren Swancke BoddaertVogetTVesse- lingPlevier en anderen ondersteund werd. Een der eerste onderwerpen der Letterkundige bespiegelingen van onzen Schrijver was: het al of niet geoorloofde van den Schouwburg, 't Geen bij 'er van gezien had en opgemerkthad hem Van 't gevaarlijke en nutteloozc daar van over- gecd, zoodanig dat hij meende verpligt te zijn 4 zrj-.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 77