~C )-
aandoening des Prinsen, de verwaarloozing van
allerlei soort van onderwijsen de hooge noodza
kelijkheid om daarin te voorzien.
Hij herinnert zich het verbondtusschen Hol
land en Zeeland geslotenen doet het Eiland
Walcheren, 'tgeen het eerst het Spaansch juk had
afgeschudvoorkomen als verlangendeter ver
gelding zijner trouw en Vaderlandsliefde de zang
godinnen op zijnen grond te vestigen.
De Prins schijnt genegen het oor te leenen aan
het verlangen der Zeeuwenen welhaast verspreidj
zich het ontzettend gerucht dat hooger onder
wijs den Zeeuwschen grond versieren zal.
Leijden heeft en bekommert zich, dat het na
ijverig Zeeland deszelfs ouden roem zal wegdra
gen; het zendt gezanten naar Vader 5£XIiLEM,
die eerst den Vorst aanspreken en naderhand de
Zeeuwen deze woorden toevoegen
Qus Pater, invidia est, Batavis tibi, femper amatia
Hoc dare munifica mente perennc decus
Quid tibi cum placidis Gens o NeptuuiaMufis I
i
Quid tibi cum mïti 9 Nautica turba choro?
Fluctibus arcance turbare quid atria fxvis
Palladis, et rauco murmure templa pa-ras
Naufraga Vefani non h?ec Dea litora ponti
Otia.fed tuti dulcia ruris amat.
Pimplteos l'atices non falfas tequoris uudas,
Indomita Hippotadac quas agit ira fitit.
Finde
