-( =6 )-
nis toegenomen zoodanig dat zij vraagbaken wer
den voor anderen ut in omni re littercirici
verscitissimi et vere Pnlyhistores essentipsi
spirant"s Eildiothecte et arnbulantia Musea:
gelijk zich de Heer G-.de TP'ind, Hoogleeraar in
de Ontleed-, Heel- en Verloskunde bij het Athe
neum tc Middelburgzoon van bovengemelden
G. de Wind in zijne fraaije Redevoering de Pree*
claris Zelandorum meritis uitdrukt.
In het jaar 1 734. hield zich de Heer li. Canne-
gieterRector der Latijnsche School te Arnhem,
op het verzoek van den Heer E. van Dishoek
Meer van Domburg, bezig met het nazien en
doen afteekenon van de beroemde Dombur'gsche
Oudhedenzoo Steenen als Penningen.
In dezen moeijelijken arbeid ondersteunde en
vergezelde hem de Heer De la Rnë met alle
vüjtbezorgde hem meer dan honderd Penningen
en den toegang tot beschouwing van anderen
nog bovendien eene kleine beschrijving gevende
van de Stad Domburg. Ten overstaan van De,
la Rug werd ook in het volgend jaar het ver-,
drag tusschen den Heer van Domburg en den
Heer Cannegieter gesloten, nopens het in plaat
brengen en uitgeven der Domburgsche Oudhe
den helaasdus verwat de uitgave betreft
onder de vrome wenschen gebleven, maar eerbie-
diglijk afgewacht van den Hoogleeraar te TPater,
die de Gommen tanen en Platen van Cannegieter
hc-