-( 27 )- bezit iMogt de l oop, die de waardige Man op de mededeeling daar van gaf in zijne Narra tio cle rebus Academne Lugduno Batavte niet minder dan op het vervolg van het Geletterd Zeelanddoor zijne hooge jaren en anderen let terarbeid niet worden afgesneden Het jaar ïjii. was voor De la Ruë het roemwaardigst en te gelijk het treurigst zijnes le vens. De tweede uitgave van zijn Geletterd Zee land nu aanmerkelijk aangevuld en verbe terd, voltooide zijnen roemen vermeerderde zijne genoegens aanmerkelijk. Gewoon dienstvaardig en behulpzaam te zijn aan andere Schrijverswei gerde hij ook niet, om ook in dit jaar, met den Heer P. Boddaertde hand te leenen tot eene verbeterde uitgave van de Delices des Pais-bas, naderhand te Brussel gedrukt en uitgegeven. M aar in Slagtinaand deszelfden jaars oveiviel eene zware galziekte deu ijverigen De la Ruë, en, na de genezing daar vaneene hevige zinking koorts, dienogtans zijnen geest niet belemmerde. Och ware hem dit vporregt bijgebleven! Doch, toen zich aanmerkelijke verstoppingen openhaar den in de edelste deelen des ligchaams, verviel hij in de grootste somberheid die eindelijk tot eene volkomene Melancholie en onbekwaamheid tot iZie eenen brief van den Heer H. Cavnrgictcr aaa De la R.ne v*n 1. December 1741.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 97