8 tem!steu aanleg.— Het vermelden, dat de jen geling toen ter tijdals Lidmaat van zijn Kerk genootschap ivierdt aangenomenzal niet onbe duidend klinken in de ooren eener Vergadering, ■welker doel niet anders is, dan Hemel en Aarde zoo naauvv aan eikanderen te doen beschouwen dat gene eens de belooning worde van al ons ploegen en zwoegen bier benedenen bet verkrijgt zelis te meer belang in onze oogen daar de Man van wien bier gesproken wordt zijnen levenswandel daar naar trachtte te rigten om eens door de verdiensten des Goddelijken Ver zoeners, in de gewesten der zaligheid te worden opgenomen. Naar bet oordeel zijnes Vaders nog te jong zijnde voor de Hooge Schoolwierd hij te £v~ rikzee op een Notaris kantoor bezorgd. Buiten de zaken, daar te leerenoefende bij zich hij eenen kundigen meester, in het cijferen in de Algebra, Geometrie en Trigonometrieen ondervond hij dat zijn oordeel juister werdnaar mate der ge maakte vorderingen in deze wetenschappen. Maar vooral bad bij veel te danken aan bet onderwijs van den waardigen Rector Camphui~ zen in de grieksche en latijnsche talenen an dere voorbereidende wetenschappen als Logica enz Het grieksch onderwees bij hem op eene geheel nieuwe wijzezoo dat bij eerlang met Xeno-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 110