i5 In het jaar 177 k begon zijn openbaar leven als tweeden Pensionaris der Stad VLissingariDat de stam, die als een rijske reeds zoo welig tier de eens tot zijnen vollen wasdom gekomen heerlijk onder de hoornen des wouds zoude prijken; dat onze Lambr eciitsen met de schoonste gaven der natuur toegerusten met de grootste zorg opgekweekt, eens als man onder zij ne landgenooten zoude schitteren dit kon men gemakkelijk voorspellen. Hij voldeed ook aan de verwachtingen. Getuigen al de nog voorhanden zijnde Stads- en Staatsstukken, door hem zelvcn in zeer moeijelijke tijdvakken opge steld; getuigen, de in ons midden nog aanwezige oude van dagendie hem in zijnen bloei ge kend hebben, en zich welligt nog herinneren, óp welk eene uitmuntende wijze hij zich van de hem opgelegde werkzaamheden iu het rcgter- lijkeadministrative en politieke gekweten heeft. Uitvoerig en volledig te verhalen hoe onze Lambkechtsen al zijnen tijd en al zijne krachten tot het wel waarnemen zijner ambts bediening besteedde welke stukken uit zijne pen gevloeid zijn, om de belangen zijner mede burgers voor te staanom de gevoelens zijner meesters ter Provinciale Staats - vergadering te ontvouwente verdedigen en te handhaven -; zoude de grenzen eener redevoering overschrijden. Ik

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 117