23 te maken maar hij slaat ook daardoor bloot aan de jalousie \an sommige Regenten die wa- 3) nen de zaken beter te verstaanof' te kunnen 3) dirigeren.Valt ecnc zaak kwalijk uit, liet is de schuld van den Minister. Gelukt zij hij 3) heeft slechls zijnen pligt gedaan. Eu hoe wci- nigen gevoelen er de waarde van Is het een 3) tijd van partijschap hoe ligt raakt hij verdacht 3) zelfs hij zijne vrienden.Komt hij ter Slaats- Vergaderingdaar is zijn stand nog ved hag* 3) chelijker,daar moet hij het systema zijner 3) Stad voorstaan en verdedigenverdedigen met 3) belangstelling en ijver, om het even, of zijne 3) begrippen er mede instemmen of niet. Hij 3> moet in de besognes de taal van zijn hart met 3) bescheidenheid en vrijmoedigheid sprekenzon- 3) der zich door de meerdere complaisance van an- 3) dere Gedeputeerden of Ministers, van het spoor a> te laten afleiden. Doof voor vlcijerijof be- dreiging, moet hij zich, noch door de autoriteit 3) van den Eerst-Edelennoch van den Raad- 3) Pensionaris laten imposeren. Maar, zoo hij 3) zich dus gedraagt hoe vele stemmen verhef- 3) fen zich tegen hem Heeft zijne Stad ver- 3) schillen met andere leden van Staat, of Colle- giënof,vermeend zij zich over eenige di~ y> rectie of conclusie van den Raad-Pensionaris te moeten beklagenkomen daar over eenige 3) altercatien}de Minister is de wrijfpaal, op

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 124