=3 op licm daalt de voornaamste hatelijkheid neêr. IJoe vaak wordt hij verlatenverraden of ge- desavoueerd van zijne inede Gedeputeerden En blijven zij getrouw hij toch is de mond der Stadhij moet hel woord voeren. Door- trokken van het regt en het belang zijner Stad, immers van het bezef van zijnen pügt, om zij— nen last getrouw uit te voerenspreek hij met ijver en nadruk daar hij een mensch isen y> blootgesteld aan menschelijke féden en drit- ten,daar hij met evengelijke wezens te strijd. den heeft, hoe ligt kan hem een onbedachtzaam woord ontglippen?Hel baat niet, dat men hem getergd zijne meesters beleedigd heeft de nijd bewaart en vermeerdert het voorgeval- lene, en zal het hem bij bekwame gelegenheid y> betaald zettenEn al is bet, dat hij niet gebruikt wordt in mondelinge onderhandeün- gen, maar dat hij zijne taak met de pen vol- 3) tooiien moet, is zijn lot dan wel veel beter? L/dtera scripta mimet. Geen stedelijk advies, propositie, protest, of wat het zijn mag, komt er voor den dag, of men stelt het op rekening y> van den Ministeral is het nog zoo lang ge- j> leden. Met één woord, hij is als; le bouc qui porte Piuiquité du peuple. De post dus van Minister, zoo hij getrouw wordt waargenomen, y> hoe vereerend en streelend voor de ambitie, is 3) in zich zeiven critiek, eu onafscheidbaar ver- 11 4 3» bon-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 125