36 In 1814 werd hij Lid eener Commissie, belast niet liet concipiëeren van een Provinciaal Regle ment. Bij de eerste organisatie der Provincial® Staten tot Lid dier Vergadering benoemdbe dankte bij echter, uit hoofde van zwakheid ere andere bezigheden. Ofschoon het belangrijk gedeelte zijner Staat kundige loopbaan eindigde toen de Nationale Vergadering tegen zijnen wensch, en in spijt zij ner pogingen was gedecreteerd heb ik echter gemeend het daar op gevolgde hoe weinig schitterend, in vergelijking van het voorgaande, ook te moeten vermeldenzonder vreeze, dal d® meer ondergeschiktedoch altijd nuttige roldie de kundige de ijverige sedert speeldeu den man uit het oog zoude doen verliezen die weleer als minister en lid der regering eener stemheb bende Stad, over de meest gewigtige aangelegen beden, als, financiën, vrede en oorlog, enz. hielp raadplegenen niet zelden door zijn beleidhet advis zijner Stad deed boven drijven, en die later bij de raadplegingen over eene IVationale Conven tie, de bedaarde stem der rede tegen de aandiui- schende hartstogten van eene verblinde en opge ruide volksmenigte liet hooren Of zou de reiziger, bij het bevaren van den stillen stroom, die zich langs de lage boorden van Bodegraven en Alpheneindelijk in dc duinen van.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 138