VOORBERIGT. 11 Bij liet Programma van 1811. was de volgen de Vraag mede voor eenen onbepaalden tijd opengesteld LXXIV. Hoedanig is de Aardrijkskundige ge. Stddheid vau Vlaanderen bijzonder van het voormalig Staats - Vlaanderen geweest, sedert de oudste tijden tot aan het einde der veertiende Eeuw? Welke veranderingen heeft dezelve, ook roet betrekking tot de Rivieren, Stroomen en Zeekusten, sedert laatstgemeld tijdperk onder gaan tot den tegenwoordigen tijd Ook deze Vraag werd niet beantwoorden is, boe zeer bij bet Programma van 1821nog een maal uiterlijk tot den 1 van Grasmaand 1825, verlengd onbeantwoord gebleven. LXXVf. De Vraag over de Bliksem-Aflei derswelke bij het Programma van 1814, voor eeneti onbepaalden tijd was opengesteld onbe antwoord zijnde gebleven, is bij bet Programma van 1821. ingetrokken. Bij liet Programma van 1818. wasten derden- male tot den 1. van Grasmaand 1820 verlengd, de Vraag LXXVII. Welk gezag behoort men toe te ken nen aan de Goddelijke wetten, door Mozes aan het Israël.tische volk gegeventer beslissing van hetgeen zedelijk goed of kwaadregt of onregt is ia eene Maatschappij van Christenen Op

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 13