33 ■pit zijne pen gevloeid jszijn deel in de aanmer kingen op de Vaderlandsche Historiezijne teregt- wijzingen der onnaauwkeurigheden van de Ne- derlandsche Jaarboeken over 1787; zijne bijeen verzamelde stukken tot eene Geschiedenis der Na tionale Conventie, gestaakt bij het ic; deel, en vervolgens overgenomen in Rogge's Geschiedenis der omwenteling zijne Levensberigten van P. de laRuëte vinden in het '5e_ deel der Verhan delingen van dit Genootschap; iets over Algiers, door Lousjes in zijne Laauvyerkroon overgeno men de beknopte geschiedenis der Middelburg- sche Rethorijkamer in de Verhandelingen der Ne- derlandsche Letterkunde te Leijden gedrukt, en door Prof. Sieüenbeek aldaar voorgelezen ïijne Levensschetsen van G. Kuypers en van Guépin en zoo vele andere stukken. Maar, hiermede niet te vredenwilde hij ook dit Genootschap dienstbaar maken tot de uitbrei ding van het rijk der wetenschappen. De bakermat der Nederlandsche vrijheid, uit ■wier midden zoo vele helden te voorschijn kwa men wier ruweforsche zonen Leijden hielpen ontzetten Vlissingen was in de laatste helft der vorige Eeuw een nieuw Atheen, waar vernuft, geleerdheid en smaak als om strijd wedijverden, om den nevel van onkunde en vooroordeelen door beschaving en verlichting te doen verdwijnen. Een Fransch Leesgezelschap was aldaar opgerigt, aai*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 140