12 V00R13KRIGT. Op deze Vraag zijn twee antwoorden ontvan gen, onder de spreuken Gij zijt niet onder de wet maar onder de genadeen Zoo wit de- zelf e zal gedaan en geleerd hebben die zal groot genoemd worden in het Koningrijk der hemelen. Beide stukken werden onvoldoende geoordeeld en de Vraag nogmaals opengesteld tot den 1 van Grasmaand 1822. Thans had het Genootschap het genoegen van weder twee antwoorden te ontvangenhet eene onder de spreuk Un tel être pouvoit a tous les instant oubtier son createur etc. en het an dere TV1it groot volk is ,er enz. De eerste Verhandeling werd als voldoend antwoord aange nomen cn aan den Schrijver de gouden Medaille toegewezen. Bij de opening van het biljet werd lirvonden Schrijver te zijn J. Vee burg l]oogleeraar in de Oostersche Letterkunde te Deventer. Het tvveede antwoord werd on voldoende geoordeeld. LXXIX. De Vraag over de Molhisca hier te lande, voorgesteld hij het Programma van i8i4. en bij dat van 1818 verlengd tot den 1. van Grasmaand 1820, niet beantwoord zijnde, is bij het Programma van 1821. ingetrokken. De volgende Vraag, werd voorgesteld bij het Programma van 1827. LXXXL

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 14