Ilct tegenwoordig oogenLük moge niet zeer gunstig schijnen voor staatkundige beschouwingen of onderzoekingen van staathuishoudkunde, de zelve zijn evenwel thans van zo groot en drin gend aanbelang, als immer tevoren. Het is zoo, waar heen wij thans onzen blik op het ondermaan- sche wendenzien wij ons als met nevelen om huld en waar wij trachten door dezelve heen to starenontdekken wij in de verte meer duistere dan lichte punten, meer dreigende verschijnselen dan flonkerende stralen van hoop. De storm van tegenstrijdige zoo wel staatkun dige beginselen als personele neigingen en belan gen hoe lang en verderfelijk hij ook gewoed hebbeschijnt gereed op nieuw met toomelooze A, 'i woede

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 177