-( 4 )-
Woede los te schieten en God alleen weet, wel
ke daar van de ontzettende gevolgen kunnen zijn.
Maar God regeert, en wij mogen vertrouwen dat
Hij het nienschdom niet meer zal laten woeden en
laten lijden, dan noodig is om de vrije daden der
menschen te doen uitloopen tot hun waar geluk
en om op de puinhopen der welligt eerlang in
gestorte of verbrijzelde staatsgebouwennieuwe
te vestigenZijner vaderlijke zorge en eener
veredelde en verlichte menschheid waardig.
Wij willen dan in dit vertrouwen met onze
gedachten terug-, maar tevens in de daad vooruit
treden uit de tegenwoordige duisternis en ver
warring en ons verplaatsen op het standpunt
alwaar, na het einde van zoodanig een tijdperk
van woelingen en omwentelingen de mensch
heid als het ware rekening houdt met zich zelve
hare geledene verliezen en hare aanwinsten en
nieuwe kansen overzieten zich bereidt om van
pijnelijke ondervinding de vrucht te rapen eener
nieuwebetere veiligere inrigting der geheele
huishouding van den Staat.
Zulk een gelukkig tijdpunt was hetwanneer
na den eerstenen straks na den nog meer be-
slissenden tweeden val des Korsikaansclien Dwin-
gelands, die Europa jaren lang met aijnen ijze
ren