12 )- wierdeneenig licht op dit belangrijk onderwerp te verspreiden Ik zal, in de eerste plaats, kortelijk nagaan,, v*>t de Gilden warenen welke de bedoelde goe de gevolgen waren dezer instellingen en door welke middelen zij daartoe werkzaam waren? Ten tweedeopgevenwelke gronden van alge- meene staathuishoudkunde tegen de Gilden wor den aangevoelden in hoe verre die bekrachtigd schenen door de ondervinding. Ten derde, stil staan bij de verschillende oorzaken van het gebrek aan arbeid en de neringloosheid, waar over thans zoo algemeen geklaagd wordt; en daarbij onder zoeken, oi'die maatschappelijke kwale ook groo- tendeels aan de afschaffing der Gilden moet worden toegekend? Ten vierde: of en in hoever, in den tegenwoordigen tijdhet herstel der Gilden nut tig en heilzaam zou kunnen zijn voor den Staat; en onder welke bepalingen dit alles dan zoude kunnen geschieden? £>eze orde van behande ling ligt geheel in de prijsvraag zelve; doch schijnt mij juist en natuurlijk en volledig. Ik durf mij echter geenzins vleijen dat mijne behandeling aan de waarde Van het onderwerp zal kunnen be antwoorden en tevens gevoel ikdat bij eene gelegenheid als dezeen van zulke lezers als Waaraaiï

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 186