21 De Overlieden, door liet Gilde onmiddelijfc of door de Regering uit eene nominatie van liet Gilde gekozenzoodat jaarlijks een gedeelte B 3 aftrad zullen nopens de intreden slechts eenige der zwaardere ojw geven die van de Bakkers, van 5 a 10, wierd in 1714. verhoogd op 15 a 2.5bl, nOn in fin. en bl. 11S6 a. n. 23., die van de Bierbesphooijers reeds in 1694 van f I2- °P 42- waarvan/ 30. voor de Almoeseniersbl. 1189 cn 1191. a 1192 a. 13e Chirurgijns, in 't jaar 1733 gesteld op ƒ250. bl. 1242. b de tloedcmakerseerst f6. naderhand ƒ20. cn daarna/'40, bl 1262. fin. 1265, 2eVerv. bl. 184. Hoender- koopers 20. h 25, bl. 1270. b. St. Joseph's - gilde ƒ18. naderhand ƒ44 14, bl. 1301. en Vi'.rv, bl. 90, de Kleer makers in 1719 gesteld op f 55, bl. 1310. Koekebakkers 30. naderhand, naar mate der perfonelc betrekkingen ƒ50. ƒ73. fioo. of 1.50, bl. 1313 en Very. bl. 93In 't jaar 1771 is cr eens de hand mede geligt, zie ae Very. bl, 189. üa Lakenbereiders en Droogscheerders 36., maar van buiten inkomende 72bl. 1347. Zoo ook de Ligterlieden ƒ10.; maar vreemde 20, bl. 1356. b. Glazemakcrs ƒ23:7, bl- 1372. Spek cn Varkenslagers 25., vreemden 50. Very. bl. 112. Lint- en Passementwerkers f 50, 2e Very. bl. 196. Tinnegieters, Glas- en Aardewerkverkoopersii» 1776. gesteldop f60, ze Very. bl. 211, De Jaarzangen of jaarlijksche opbrengsten, die berekend werden bij de week, bij de maand, het vierdeel jaars of Volle jaar, cn doorgaans inde latere bepalingen verhoogd, verschilden even zeerb. v van 1 ft. 's maands en 1. in 'tjaar, tot ill. 's weeks en tot 3, ƒ5, ja enkele ƒ8, (2e Very. bl. 176.'sjaars. Meer bijzondere optelling zou nin. slagtig en vervelend worden.De Bierbeschooijers moesten jaarlijks op een zekeren tijd het Gild verheffen met 6. Ditis eene feudale spreekwijs, juist ftrookende metdewij. zc waarop de Heer Meijer het oorspronkelijk wezen der Cilden beschouwt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 195