-( 23 hunnemeestal wekelijksche vergaderingenoyer gewigtige, gelijk, ook over de jaarlij ksche keuze, moesten zij het Gilde te zamen roepen of de Stedelijke regering raadplegen. De belooning hunner moeite en tijdverlies bestond in de emo lumenten, b. v. van de proeven en voorts in vrije vertcering bij hunne vergaderingen en jaar lijks een goeden maaltijd doch voor welk een en ander te Amsterdamna de omwente ling van 1718, bij genoegzaam alle Gilden, eene belooning in geld, uit de gildekas te be talen ge steld is. (7) Tot het ophalen der contributiën B 4 aan- sTe Amsterdam zijn die maaltijden en verteringen reeds inde zestiende Eeuw afgeschaft en beperkt (z .Uanilv, bl.1179, 1293 b. 1383./7. en 1422. en de Algen, eene Statuten, bi. 1177. en 1178.#) Elders, heugt mij dat die nog tot op de omwenteling van 1795. plagten te geschieden. De jura voor 't afnemen en keuren der proef waren verschillend bepaald, en of voor elk der Overlieden b.v. 2. i f 3, of allen in eens, b.v, f io. a f 12; 't duurste bij St. Joseph? Gilde, op 33, en dan nog 18 St. voor elk der Overlieden voor 't schouwen der proef, Handy, bl. {301. a- t Ingevolge de Generale Ordonnantie voor de Gilden van den 21. Aug. .1749, Vervolg der Handvbl. 70, waarvan de Inleiding en Art. 3 verdienen nagezien te worden. Hen schijnt ons wel de moeite waardig, de verschillende be palingen, meestal in den loop van het jaar 1750, aan de onderscheidene Gilden toegestaan, hier aan te reekenen waarbij men in 't oog moet houden, dat buiten dit tracte- ®eat of vergoeding van vacatiën en onkosten uit de Gilde- Ma

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 197