-( *9 H houder Willem de IV. als een der gewenschffc punten van redres verzochtendat voortaan door de Regering geene gelden van de burgerij zou den mogen geheven worden dan met toestemming der Gilden, dit punt glad afgeslagen kon worden, als strijdig met de regeringsvorm van den lande." Ik behoef dus hiernoch in eene geschiedkun dige, noch in eene staatkundige ontwikkeling van dit stuk dieper te tredenalzoo bij ons, bij de vraag nopens het herstel der Gilden zeker wel niet op het geven van eigen staatkundigen invloed aan dezelve gedacht wordthoe zeer een geacht duitscli Schrijver onlangs in bevooroordeeld terug- zigt tot het oude nationale bet nadeel van de afschaffing der Gilden en de noodzaak van ze te herstellen, juist uit dat oogpunt heeft willen betogen IIct Handvesten van Haarlembl. 639. art 9, vcrgcl, bl. 641. art. 9. C Chr. Fr. Schlosser Standische Verfassungu. s. w. B. 1. Jen' allgLiter: ZeitungSept. 1819, no. 162. s. 333) Het is ook niet te ontkennendat in ons voormalig Gemce- ncbcst de zelfstandigheid en invloed der Gilden in omge keerde reden stond met de aristocratie der Stedelijke rege ringen. Kluit Gesch. der HolL Staatsreg. IV. D. bl. 176, verg. bl. 246 en Wagenaar aldaar aangehaald. De Heer Bodel Nijenhuis schijnt Diss, pag, 407 409, dit nieg volkomen ingezien te hebbenmaar z. M e ij e r Esprit des lust it Ju die. T, III. c. 3. en 16, T. IV, c. 9.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 203