-( 5i )- Laat ons liever onderzoekenwelk nut in dé Stedelijke, en alzoo in de algemeene huishouding Van den Staatdoor de Gilde - inrigting of ver- eeniging van handwerkers of neringdoenden, be oogd en verkregen kon worden Groot en veclerlei nut, voorzeker - Wij beginnen met dat gene't welk het naast voor oogen ligt, en uit de zoo even beschrevene inrig ting der Gilden onmidaelijk voortvloeithetvoor- deel en gemak der Gildebroeders zeiven. Wor den zij alvorens als leerlingen wat langer en ster ker in den band gehoudenzij hebben daar van het voordeelvan gehouden te zijn tot een zedig en geregeld gedrageen genocgzamen leertijd en om zich bekwaam tenioeten makenindien zij ooit zelve meester willen worden: alzoo leertijd zonder proef even min den toegang tot het Gilde opent, als proef zonder leertijd. Maar vooral als leden van de Gilden hebben zij wederkeerig het genoegenvan meer gezag te hebben over hun ne knechten en van een meer verzekerd bestaan 3 i°. om dat zij niet dan volleerd cn bekwaam in bet Gilde worden aangenomen 3 20. om dat bet getal De Schrijver geeft hier niet zoo zeer zijn c-igen oordeelals wel de redenering der verdedigers van de Gil den; in het volgende Hoofdstuk zal hij. even getrouw op geven, hetgene tegen dezelve aangevoerd wordt.—»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 205