62 3— deel der schoone en vrije kunsten strekkenwan neer aldaar uitdrukkelijk geboden wordt dat geen schilder zijn handwerk zoude mogen exer ceren of doennoch ook in 't Gilde mogen ko men ten zij eerst Burger en Poorter der Stad zijndeja wanneer aldaar nog in den jare 1736. op nieuw bevolen wierd: J> dat niemand, wie hij 3> zij, vermogen zal, eenig gemaakt Beeldliou- 3) wers werk binnen de Stad of jurisdictie van D dien te brengen, om hetzelve te verkoop en 3> (uitgezonderd alleen op de drie vrije jaarmark- 3) ten) op de verbeurte van al hetzelve en daar en boven vervallen te zijnin eene boete van 3vijfentwintig guldens ten behoeve van het St. Lucas-gilde te verbeuren zoo mcnigmalen 3> als ter contrarie zoude zijn gedaan. Hoe zeer ook in de daad de reglementen der Gilden, door het afweren van nieuwe, zelfs voor- decliger, wijzen van fabriceringde ontwikkeling en aanwending der industrie schaden moestenbe wijst onder anderen het tredend voorbeeld, bij— gebragt door den Iloogl. Ui lk ens, in zijn Techn. Handboek, 3e-d, bl. 92. (uitgegeven door de Slaat- Handv. van Amsterdam 3c St. bl. 1355 a. en bi. 13,-4 no 3r.Zoo wierden ook, tc Leijden, in't jaar 1 775, de Leesbibliotheken verboden, om den Boekhandel te begun stigen, zie Bodel Nijenhuis, Diss, p. 365.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 236