-r 76 y- der Gilden meenen te hebbenreeds moet ver loren gaan. 3) Men klaagt over bet algemeen over de Vent- jagerijof het te koop aanbieden en als opdrin gen der warendoor rondreizende vreemde Koop lieden, of Commissionairs van Fabrieken. Dit stuk vereiscbt misschien nog een rijper onderzoek dan het oppervlakkig wel schijnt. Doch indien de Overheid meentdat deze wijze van debiet groo- ter schade toebrengt aan die klassen van fabri- keurs of winkeliersdan voordcel aan de inge zetenen in bet algemeen, zoo is dezelve zeerwel te verbieden en tegen te gaan, zonder bet herstel der gildevereenigingen. Het vermeende nadeel der Ventjagerij levert dus geene reden tot dat herstel op. i> Het afzonderings- en verbods- stelsel van Staathuishouding omtrent Koopliandel en Finan- tiënindien men daarin meent bet heil of het be houd voor de binnenlandsche industrie, en dus het ware Staatsbelang te vinden is zeer wel te bebben buiten de Gildenen brengt dus derzelver herstel niet noodwendig met zich. Eene andere vraag isof de Gilden met eenig effect en zonder dat men zich bloot stelt aan het ver wijt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 250