~C 9° kan getrokken wordenmaar za! dan ook geredelijk erkennendat het aandringen op her stel der afgeschafte Gildenzonder voorafgaande zoodanige beschouwing en onderzoekvoorbarig geachten meest aan vooroordeelof aan ge hoor geven aan het eigen belang van dezulken, tot wier uitsluitend voordeel de voormalige be perking strektemag toegeschreven worden en dat een voorbarig en door de maatschappelijke omstandigheden niet gevorderd herstelbij onge wis voordeelhet zeker nadeel zou uitwerken, dat elke schok aan het maatschappelijk ligchaam, en den toestand der middelen van bestaan in het zelve, Luiten noodzaak gegeven, te wege brengt. VII. Zoo lang het bewijs niet door daadzaken gevoerd wordtkan ik aan de algemeene rede nering over de nadeeligc gevolgen van de Gilden, te minder aanwending op ons Vaderland toeken nen of gelooven dat de uitwerking dier af schaffing op de burgerlijke nering zoo groot geweest is, ais men dit wil doen voorkomen om hetgeen ik vroeger (Hoofdst. II. bl. 57.) aan gemerkt heb, dat de inrigtingen der Gilden hij ons voorheen niet in derzelver volle kracht en uitgebreidheid, waar over men elders klaagde bestondenalzoo onze Gildenaan de bijzonde- ÏH?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 264