~C 9* )-
VIERDE HOOFDSTUK.
2> Of en in hoe verrein den teqenwoordigen tijd
yj het herstel der Gilden nuttig en raadzaam
y> zoude hunnen zijn voor den Staat
H cn onder welke bepalingen dit dan
zou kunnen geschieden
Hel zijn drié zeer verschillende vragen:
i°. Of de Gilden, alwaar ze bestaan, plotse
ling moeten afgeschaften aan volkomene on
beperkte vrijheid en mededinging plaats gegeven
worden? 2° Of ze, ééns ten gevolge eenerStaats-
omkeering afgeschaft zijnde in de oude vormen
hersteld moeten worden? en 3®. Of niet zelfs
in een denkbeeldig (ideaal) op- en in te rigtcn
Staat, eene zekere naauwere vereeniging der le
den yan één vak, tot nut en genoegen voorhen-
zelven, en zonder schade van het overig publiek
ja tot nut van hun bedrijfen van het ligchaam
der Maatschappij te wenschenen in dc daad te
bewerkstelligen zij
Ofschoon ik niet hch durven besluiten, dat het
afschaffen der Gilden de voorname oorzaak dei-
verarming en neringloosheid in ons Vaderland ge
weest zijen dat die afschaffing en de toegclatene
vrije