97 Wal kostbare) leermeesteres is moet men zich wachten, Tan straks wederom het andere oude uiterste op te zoeken maar trachten het juiste midden te bereikenalwaar doorgaansook in Slaat- en regeerkundige theoriëude waarheid le vinden is. Met het grootste genoegen zie ik deze wijze strekking in deze voorgestelde prijsvraag. In dian ook liet eerste gedeelte derzclve geheel toe stemmend beantwoord, en alzoo aangetoond mos, dat in de daad de Gilde-vereenigingen van zoo voordeeligen invloed geweest waren voor onze Steden en JBurgerijen dat de verachtering en neringloosheidwaarover thans zoo algemeen ge klaagd wordt, ook grootendeels aan de afschaf fing dier inrigtingen moest toegekend worden, dan wordt daarop nog niets verder gebouwd dan de behoedzame vraag in hos verre dan in den tegenwoordigen lijd het herstel der Gilden nuttig en raadzaam zijn zou? en onder welke bepalingen dit als dan zoude kunnen ge schieden?"De vraag is, nopens de hooldzaak, onpartijdig en laat volle ruimte tot het voor dragen en betoogen van elke meeningmaar zij zelve vooronderstelt i;ecds stilzwijgend, dat het herstel der Gildenin den tegenwoordigen tijd geh, IV. D. 1 «tui. G niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 271