ÏOO )-»• leeïaar Beckmann, die nog in 180.3 in deelfdo uitgave van zijn Leerboek der Technologie N. 3. Aanm. 3.) zeide: x> de Gilden schijnen, toen ze y> eerst ontstondeneven zoo nuttig geweest te zijn, als ze thans schadelijk zijn." De geleerde Jacob, wiens boven aangehaald Werk in 1809 hetlicht zag, verklaart zich voorbet gevoelen, hetwelk niet de tweede, maar de derde der aan het hoofd van dit kapittel door ons on derscheidene vragentoestemmend zoude beant woorden. Wat de beide eerste betrefthoudt hij, hier en in zijn leerboek der Staathuishoud kunde (van i8o5), alle beperkende Gilde-in- rigiing, alle denkbeeld van monopolie, strijdig met de ware beginselenen schadelijk voor bet algemeendoch ziet veel nut in eene gezellige of meer bijzondere genootschappelijke vereeniging der deelgenoolen vaneen handwerk of burgerlijk Bedrijf. Nude Regering de fout eens begaan had, van Gilden met uitsluitend voorlegt opterigten" <S. 43o.moest men geene nieuwe onbillijk heid begaanen geene mensclien ongelukkig ma ken, door eensklaps ^n zonder schadevergoeding die Dï beroemde Duitsche Staatsman von Stein, Verklaart den Gildcdwang voor enkel een gebroedsel vaa Jttbzucht eu afgunat!" (Rau aang. verijaud. S.70.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 274