C 109 gildegenooten dienen moet. Hieromtrent kon men misschien aan de plaatselijke regeringen de keus laten, alzoo dezeive van plaatselijke omstan digheden kon afhangen. Indien ik, om de prijs vraag volkomen te beantwoordenvoor één van beiden in het algemeen mij verklaren moest, dunkt mij dat het de eerstgemelde wijze zijn zouom dat deze de meeste waardigheiden dus achting en vertrouwen bij liet publiekmoet ge ven aan de corporatie en hare leden; terwijl op dc andere wijze, de corporatie weinig meer dan een naam wordt, om eene bijzondere geregelde opbrengsttot onderstand van de behoeltigen der bijzondere vereeniging te bekomen. Voorts bebeist de gemelde Hollandscbe wet zeer naauwkeurige en doelmatige bepalingentegen da Ventjagerijenen over liet bestier der gilden of corporatiënen het toezigt der regering over de zelvedoch roept voor elk gilde, op elke plaats, bijzondere regiementen in, door de corporalis zelveuit dc gerevideerde oudebinnen den loop van dat jaar te vormen en aan liet Ministerie van Einnenlandsche zaken voor te dragenten einde aldaardaarop te worden gedisponeerd. Deze bepaling, misschien ten gevalle van de gehecht heid tier Steden aan hare voormalige bijzondere ordoa-'

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 283