«-{ 120
Hoezeer ik gaarne althans grootendeels zon
toegeven het geen boven tin het voorgaande
Hoofdstuk, Afdeeling 11.) jn de redenering legea
de Gilden gezegd isnopens de zorg voor ee»
doelmatig algemeen Armen-wezen,als dierep igt
der Overheiden dat de verzorging door de bij
zondere Gilden uit eigen zaamgebragte gelden
min eenparig van werking en kostbaar van ad
ministratie is:verschafte die tochbuiten twij
fel, een zeer groot nut aan de Gildegenooten
en tevens ontlasting aan den Armenstaat, en alzoo
ean het algemeen dat, bijkans overal de bui
tendien zoozeer verminderde en verslapte armen-
fcndsen doorgrootere vrijwillige giften of stede
lijke belastingen moet te lrulp komen. Die bij
dragen en bijzondere opbrengsten in dc respec
tive Gilden of Corporatie nzouden dus mede we
derom hersteld dienen te worden doch op een'*
matigen tax, zoo dat ze niemand uitermate kon
den drukken. (ziedeHoll wet van 1808 Art 6
en zouden danal wierd de corporatie naar het
plan van S o d e n (en niet dier Hollandsche wet)
geheel vrij gelaten niemand terughouden
van er deel in te nemen.
Dene
C Wij hebben in ons I Hoofdstuk aangemerktdat
bij verscheiden Amsterdamsche Gilden de bus van onder
tand afzonderlijken alleen vou vrije ücciaemersbo-
HOUA"*