Hoofd [luk II. Over de oorzaken der zelfontvlatn»
ming van den Phosphorus in het luchtledige
5 82 95. Bladz. 226 287.
Gevoelens omtrent deze oorzaken.
A. Dat de zelfontvlamming van den Phos
phorus ill 't ijdel ontflaan zoude uit eene ze
kere wrijvingdie dezelve gedurende de luchts-
verijling ondergaat, 84. Bladz. 227 231.
B. Dat dit verfchijnfel ontdaan zoude uit
eene verbinding van den Phosphorus met de daar
op gevoegde doffenwelke verbinding te weeg
gebragt zou worden door de verijling der lucht.
Op welke wijze de Heer vanBemmelen dit
verfchijnfel heeft trachten te verklaren
S5. Bladz, 231—- 24e.
C. De Heer van Marurn dachtdat het
caloriquehetwelk uit het oxigène der verijlde
lucht wordt losgemaakt zich rondom den
Phosphorus ophoopt, waar door dezelve zoo
Zeer verwarmd wordt, dat hij ontvlamt,
86. Bladz. 24a 254,
Gevoelen van den Schrijver,
8795. Bladz. 254—'287.
Iloofdjltik III. Bedenkingen tegen des Auteurs
voorgeftelde verklaring van het verfchijnfel der
zelfontvlamming van den Phosphorus in 't lucht
ledige, 96—103. Bladz, 2SS»