-( 8 )- namen, in den gang mijner rede, niet telkens bij den zijnen voeg. De geschiedenis lieert ze reeds te boek geslagen en zal ze ook verder den Nakomeling heiligen L Het eerst dan moesten wij onzen schoker. beschouwen als eeneu uitmuntenden Regent en Staatsman. Na het volbrengen zijner Letteroefeningen aan Utrecht'sHooge School (c), werd hij weldra ge leid aan den ingang der Staatkundige Loopbaan, welke hem, naar het raadsbesluit der hooge Voor zienigheid stond af te leggen. Hij trad ze injuist in het begin van dat, in de geschiedenis des Vaderlandsjammerlijk en voor den waardigen Staatsman zoo moeijelijk tijdperk [d) gedurende hetwelk, na eenen lang- durigen vrededie ons alle zegeningen van wel vaart en volksgeluk had te genieten gegeven onze heilzon begon te lanentoen het lieve Va- der ft) Hij verkreeg den rang van J. U. d. den 20 Maart 1783, na verdediging eener Dissert, inaug. De eo quod circa exharcdaliones liberorum iam jure antiquu quam jure novo ob~ tinei. (d~) Hij werd benoemd tot tweeden Pensionaris de? Stad {(liddclburg den 17. November ijïl.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 30