-C 23 ontstaan van dezen lichtgevenden conus, keurig ook wegens zijne fraaije kleurenmits in liet stik donker de proef doende want bij het daglicht levert dezelve niets voor 't gezigt, dan een zeer lijnen rook-pijlaar van die zeilde uitgebreidheid. i4. Ik ga nu de volgende bijzonderheden dezer fraaije vertooning beschrijven. Gesteld de buitenlucht hebbe door een of meerder lekken in de pomp of tusschen de aansluitingeneen weinig toegang tot den recipient dan zal de Phosphorus onder die gedaante ecnen geruimen tijd brandende blijven doch kan er geen lucht van huiten intredenof gaat men voort met zacht te pompendan zal de gemelde lichtende conus zich al gaande weg met eene vermeerderde snel heid opheffentot op het oogenblik dat zijn top het glas even aanraakt, waarop bij dadelijk vari een zal scheiden, nagenoeg zoo als in Fig. 5. door de uiteen wij kende lijnen op op wordt aange duid, tusschen dezen zal het geheel donker wor den waarop zij terstond eene andere rigting aannemenzich namelijk van p p naar q cj om krullende en te gelijk de uiteinden o 0 aan de ha- sis van den kegel optrekkende, en zich tot eene kleine lichtende wolk (rr Fig. 6.) formeren ter wijl dit plaats heeftverliest het rolletje Phosphorus in zijnen omtrek geheel zijn licht. Het gemelde Wolkje bestaat uit een zeer flaauw wit licht, e* B 4 very

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 327