2 9 bestuurttot dat liet geheele stukje Phosphorus verbrand isen dan na derzelver afloop hel ka toentje onderzoektzal liet ter plaatsewaar het rolletje Phosphorus ingezet was geweest, geheel ledig zijn, eene holte te dier plaatse nalatende, die zich zwart voordoet, en dus gerekend kaa worden verkoold te zijn maar den buitenomtrek van het katoentje zal men met eene aankleven de oranjestof bedekt vinden schoon het meer binnenwaarts daar door niet aangedaan is. Ik zal bij Proef 19, 3o., hieromtrent nog eene nadere bijdrage voegen. Ten einde niet in kleinigheden te vallen oor deel ik deze opgave van verschijnselen genoeg zaam voor het oogmerken zelfs voor eene uitvoe riger beschouwingtol welke de voorgestelde vraag van liet Zeeuwsch Genootschap wenken geeft. Proef 2,3 en 4. 17. In Proef 2, was het rolletje Phosphorus in schaapswolin Proef 3. in pluksel van linnen, en in Proef 4. in konijnhaar ingezetop dezelf de wijze als Lij Proef 1. 6. is opgegeven. Bij alle deze is de zelfsontvlamming van den Phospho rus gelukt ouder eene tempeiatuur van 10. gr. R., (,5'iFahr.J en wel bij Proef 2. en 4.toen de kwik in de peilbuistusschen de 3 eiii lijnen toekende: doch toen in Proef 3 de ontvlamming begon \vas de kwik reeds onder de 3 lijnen gevallen. Be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 333