-( 3i )- de pomp ndg wel 8. of xo. minuten snel door\Vef-> ken waar na ik duidelijk opmerktedat het af- biandeu zich alleen maar bepaalde tot het wit om kleedsel van het rolletje, zonder dat daarbij de verschijnselen plaats hadden die in 11x4. op gegeven zijn; hoewel na dat het afbranden van den witten omtrek des Phosphorus een paar minuten had voortgeduurdzich een zeer üaauw lichtje aan het uitstekend gedeelte van het rolletje zien liet, kon dat toch den naam niet verdienen van den lichtkring in $12. beschreven. Zoo dat ik niet kan zeggen dat, bij alle aangewen de moeite eene eigenlijke ontvlamming bij deze beproeving heeft plaats gehad. Bij het dag lichtkon ik den rookkring g h i Fig. 5 (in $12. beschreven) die bij eene ware zellsontvlamming van den Phosphorus den lichtkring omringt niet ontwaren: dadelijk daarop het daglicht weer af sluitende, merkte ik geen noemenswaardig licht meer aan den Phosphorus waarom ik besloot terstond de klok vol met lucht te laten loopen doch in plaats van nu eene ontvlamming te ver krijgen 16.) gebeurde dit niet. Nadat vervol gens de recipient geheel vol met dampkringslucht was, begon het rolletje een weinig te glinsteren. Dit alles bewijst genoegdat bij deze beproeving geene zelfsontvïamming van den Phosphorus had plaats gehad waar in ik nog meer bevestigd Werd bij de beschouwing van het stukje, dat tot de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 335