-C 37 )- 7. De Proef geëindigd zijnde, 1)1 eek mij l>ij do beschouwing van het meergemelde hoopje dat het met eene aschgraauw kleurige sloffe overdekt waszijnde de holtewaarin het rolletje Phos phorus was ingezet geweestnu geheel ledig, zich roodkleurig vertoonende. Proef 12. 25. Genomen met welgedroogd houtzaag- sel op dezelfde wijze ingerigt als de laatstvoor- gaande Proef, heb ik den Phosphorus tweemaal bij inzetting in een hoopje van het gemelde zaag sel aan de zellontvlamming onderworpen bij eene temperatuur van i4 gr. R. (63 a F.) beide keren gelukte dezelve, doch nog iets trager dan bij de beproeving met gepulveriseerde houtskoolin Proef 11., 28. De verschijnselen bij deze beproevingen voor gevallen verschillen zoo weinig (yvan die C 3 van (y) Dit alleen voeg ik hierbij, dat als men, na to. of 12. minuten branden of vlammen van den Phosphorus, dcnzelven onderzoekt, men het rolletje tot een bolletje zamengesmolten vinden zal, rondom met zaagsel bezet, hetwelk dan eene oranje kleur vertoont. Men kan bij deze inrigting met zaagsel de verbranding van den Phos phorus gemakkelijk doen ophouden, door namelijk eenige oogcnblikkcn te pompen als wanneer door de groote luchtsvcrijling en het daar door ontstane gebrek aan lucht, de verbranding ophoudt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 341