C 33
van Proef 11 dat ik liet niet noodig oordeel cr
bijzondere melding van te maken.
Na den alloop bevond ik bet houtzaagselvoor
zoover bet kuiltje in 'twelk de Phosphorus ver
brand was, zich uitstrekte, bruinkleurigwelke
kleur in cene van daar gaande verwijderingtot
in bef gele afliep dit gekleurd zaagsel deed het
lakmoestinctuur rood worden.
Proef i3.
5 25. Op dezelfde wijze ingerigt als de 1i<*&
en Proef, doch nu met fijn gestampte en
wel gedroogde zwavel. Na de meest aange
wende moeite en meestmogeüjke verijüng tot wel
ke ik de lucht met mijne pomp brengen kon;
is bet mij echter niet mogelijk geweest de zelf-
pntvlamming van den Phosphorus te bewerken.
Ik heb bij deze Proef inmiddels verschijnselen
waargenomen die hier verdienen gemeld te wor
den schoon ze niet regtstreeks tot het onderwerp,
dezer Verhandeling behooren. Ik nam dan waar:
Voor eerst, dat, bij het inzetten van het"rolle
tje Phosphorus in het hoopje zwavel de gele.
waschklcurige bovenvlakte van den Phosphorus,
vloeibaar werd, zonder dat zich daarbij eenige.
rook vertoonde. Het rolletje toen met een ijzeren
tangetje uit het hoopje zwavel uitnemende, droog
de die oppervlakte dadelijk weer opintusschen