C 41 )- hier niet voormaar nagenoeg als bij de 5de Proef 19.) vertoonde zich dit verschijnselmet dat onderscheid echter, dat er nu en dan flikkering van licht zich voordeedintusschen was bij liet daglicht de rookkring g h i Fig. 3. 12.) ge heel niet te zienen alzoo de ignicentie maar zeer kort duurde, en van zelve eindigde, kan dit verschijnsel, naar mijn inzien, nieteene ontvlam ming van den Phosphorus genoemd worden. 4. Na liet afloopen der Proef, vond ik het rolletje Phosphorus aan deszelfs omtrek voor zoo verre deze uit het zandhoopje uitgestoken bad, een weinig afgesmolten, zijnde beroofd van bet wit of meelachtig omkleedsel ter dier plaatse; doch voor zoo ver hetzelve in liet zand bad in gestaan scheen het genoegzaam geheel gaaf ge bleven te zijn. 5. Het zand in den omtrek van bet rolletje liad geen kleuring ondergaan daar Let ecliter eenigzins bevochtigd scheen, onderwierp ik bet- zelve aan de Proef'met lakmoestinctuur, liet welk cr ecu weinig door aangedaan werdkrijgende eene naar bet roode bellende kleur. Ook deze twee laatstgeinelde omstandigheden pleiten er grootelijks voor, dat deze Proefgeene ware zelfontvlamniing maar alleen eene igni- eiitie van den Phosphorus opgeleverd beeft. Phoep

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 345