K 42 )- Proef i5—18. 28. Bij deze pioeven heb ik Tan dezelfde in-* rigling gebruik gemaakt als in de vier voorgaan de en wel in Proef i5. het hoopje vervaardigd liit kopervijlselin Proef 16. uit ijzervijlsel in Proef 17. uit gepulveriseerden bruinsteen cn in Proef 18.uit fijn gestampt glas. Om trent deze stollen is mij overtuigend gebleken dat de rolletjes Phosphorus er in gezet of er mede overdekt wordende, hunne zelfontvlamming on mogelijk iszelfs na alle aangewende moeite (6) en zoowel onder een warmtegraad van 5 tot 10, als van i5f R. Omtrent de verschijnselen bij deze Proeven, door mij waargenomen, valt wei nig van belang te melden dit alleenlijkdat 1. De rookstraal in 8. beschreven, minder scheen te zijn, dan Lij d.'e proeven, in welke de zelfontvlamming van den Phosphorus gelukt was. 2. Dat het licht der Phosphorescent ie 9.) Wel verflaauwde naar gelang dei' lnchtvcrijüng, doch het licht der ignicentie 10.) schoon het zich (5) Ik heb bij deze beproevingen de luchtsverijling al- tijd tot den uitersten graad gebragt, en wel zoo dat, wanneer ik op het gevoel merkte dat de pomp lens sloeg, en dan bij het daglicht (Aanmerk. I in 8.) den stand des verklikkers waarnamdie in zoodanig geval doorgaans niet meer als i of 2 lijnen hieldwaarna ik meestal nog wel 12, 15 of 20 minuten met sterk door te pompen aanhots <lcn liet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 346