)- pient C geplaatst, begon, bij bet doen der Proef de zeifontvlamming toen de kwik nog ruim 5 lijnen in de verkorte pijlbuis opgehouden werd. De eerstemaal dat ik bij zoo eene gebeele om winding van den Phosphorus zijne zelfontvlam- ming beproefde werd ik niet weinig verrast door de schielijke uitkomst daarvan. Aan meni ge herhaling heb ik deze Proef onderworpenen deze wijze van den Phosphorus in te wikkelen altijd het gemakkelijkst en zekerst gevonden tot het welgclukken zijner zellbnlvlamming schoon de verschijnselen die dezelve oplevert niet zoo voldoende zijn d als bij andere in- rigtingen e Het (i) Daar de verschijnselen, die deze zelfontvlamming van den Phosphorus oplevert, niets bijzonders of buitenge woons heeft, maalt ik van dezelve in den tekst geenemei., ding, maar moet echter doen opmerken: 1. Dat men het afwisselen van het eerste en tweede licht (dat der Phasphorescmtic en dat der ignicentie') niet kan waar nemen, alzoo het geheele rolletje bedekt is. Doch 2. Dat als de kwik nog idüim hoog in de peilbuis staat, men inwendig in het katoentje een licht bespeurt, 'twclk snel toeneemt en tot ecnen vuurgloed aangroeit, ten blijke dat hij dan reeds in brand of ontstoken is. 3. Er vertoonen zich hij deze inrigting maar weinige lichtende uitspattingen 11.voor het overige is er bij het geen de vlam oplevert, veel overeenkomst met hetgeen daarvan bij de eerste proef reeds gemeld is: meer echter zal dezelve eene bolrondedan wel eene kegelvormige ge daante aannemen. (s) Bij voorb. zoo als bij Proef 1—4, 20—*22, 49- en anderen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 349