~C 46
Het is Lij zoodanig eene inwinding van dca
Phosphorus iukatoen ten uitersten moeijelijk des-
zelfs geheele verbranding voor te komen r4
en i5 want schoon men,door met pompenaari
te houden, de vlam doet wijken, en schijnbaar
den Phosphorus uitdooftbehoudt dezelve echter
Zijne liooge temperatuurzoo dat hijal wacht
men 10. of i5. minuten (onder een gestadig
doorpompen) eer men tot dezelve de dampkrings
lucht toegang geeft, dan meestal nog oogenblik-
kelijk weer vlam zal vattenwaar door het bijna
ondoenlijk wordt bij deze Proef een overblijfsel
Tan den Phosphorus magtig te worden. Eens is
mij dit echter gelukten ik vond toen het voor de
Proef gediend hebbend rolletje gesmoltenvast
gehecht aan het katoen en voor het overige even
als bij Proef 1. in i5. gemeld is.
Als de Phosphorus geheel in liet katoen ver
brandt zal men in hetzelve een kuiitje vinden
't welk zich zwart vertoont; verder op vindt men
bet met eene oranje-kleurige stof doortrokken,
doch aan deszelfs buiten-omtrek geheel wit geble
ven. Bij de beproeving met lakmoestinctuur en
papier blijktdat zoo wel deze stof, als het ge
heele katoentje met een zuur doortrokken is.
Proef 20.
3t. Ik geef bier deze als eene herhaling van
de