C 54 tfel, zoo als in Proef i3, noch eenig bijzonder verschijnselbuiten het gemelde in de laatst voor gaande proeven, had bij deze plaats. PaoEF 34. 37. Bedenkende dat, hoewel de zelfont- vlamming van den Phosphorus in gepulveriseerde houtskool, volgens Proel 11. 23. gelukt ware dezelve welligt ook zoude gelukken, indien de rolletjes op een staande stuk houtskool gelegd werdenbeproefde ik dit dan, en toen de kwik in de peilbuis tot deszelfs laagsten stand gedaald was, vermeerderde het licht aan den Phosphorus bij deszelfs aanraakpunten niet de houtskool, zoo zeer, dat ik ongetwijfeld op eene ontvlamming van denzei veri meende te mogen rekenen toen vlug doorpompende ontstond 'er een ongeval Waar door deze proef afgebroken werd. Ik Dit ongeval bestond hierin, dat de glazen klok, die ik meestal bij deze proeven gebruikt haden van wel ker deugdzaamheid ik meende verzekerd te zijn, in gruis tot elkander sloeg het rolletje Phosphorus was hier door van het stuk houtskool (welk laatste geen voet van de pomp verwijderd op tafel lag) afgeslagen en tcgeu de pijp eener brandende kagchel aangedreven, waar het in Vollen vlam stond. Geen persoonlijk letsel had mij dat anders schadelijk toeval aangebragfzjjnde het glas meest op de plaat en in de nabijheid der pomp van mij af ver- fpreid. Wat de oorzaak van dit ongeval bij zoo eene dik wijls

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 356