79 ielve onder bijzondere benamingen te brengen, dis voor eerst eenige proeven ter nadere ont dekking wat 'er aan den Phosphorus voorvalt bij eene al voortgaande luchtsverijlingwaar aan dezelve onderworpen wordt ten tweede proeven ter ontdekking, of de warmte stof op dit verschijnsel der zelfont vlamming van den Phos phorus geenen aanmerkelijken invloed heeftteu derde, welk eene uitkomst het oplevert, indien de ontvlamming van den Phosphorus in 't lucht ledige, door aangebragte warmtestof bewerkt wordt; ten vierde, proeven op de wittestof met welke de rolletjes bekleed zijn en eindelijk, proeven op de meerdere of mindere noodzake lijkheid van het aanwezen van oxigène in de, overblijvende verijlde dampkringslucht. 45. In de eerste plaats zal ik twee proeven mede doelendie ik uitgedacht hebten einde met meer naauwkeurigheid te kunnen ontdek ken wat 'er aan den Phosphorus voorvalt bij eene al voortgaande luchtsverijlingwaar aan dezelve onderworpen wordt. Men zou somtijds in twijfel kunnen trekken, of bij de vorige proevenwel met eene in allen deele voldoende naauwkeurigheid waargenomen is wat 'er aan den Phosphorus gebeurt, bij eene voortgaande verijling der lucht dewijl de rolletjes meer of min voor het oog bedekt ble ven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 381