-( 84 )- lieele witte oppervlakte van het rolletje verspreid- de b waarna terstond de uitwerping van gloeijende bolletjes z1 volgde die bij bet daglicht gezien, spatten ecner witte stof geleken. 3. Tijdens of oogenblikkelijk na deze lichten de uitspattingen, vertoont zich de lichtkring, te voren reeds meermalen gemeld ($12); maar die hier grooter is, en het geheele rolletje omgeeft, zich soms tot aan de wanden van het glas uit strekkende dezezijnde reeds werkelijk de vlam van den Phosphorustrekt zich weldra om het rol letje te zamenen dan van het daglicht gebruik makende, ziet men dien kring in de gedaante van eenen ijlen rook, zoo als reeds onder Proef z. verhaald is: tevens ziet men 4. Het wit omkleedsel van den Phosphorus wegsmelten, en opgelost worden, waar doorliet rolletje in diameter afneemt, en zoo doende ruim te krijgendein het oog van den linnen draad slaat het aan eene zijde over, en valt, doorgaans nog brandende, en van den gemeldcn lichtkring omgevenin het daar onder slaande koperen schaaltjewaar hetzelve oogenblikkelijk gebluscht wordt, en tevens al het licht in het glas schoon z:ch hier bij het zesde en zevende verschijnsel van Froef 1. z3. en i4.) niet vertoonen kan, is echter het fiaaije van die Proef niet genoeg te roe- Zijrde zijne voortgeiette ignicentic, of de eigenlijke ontsteking inetmiovan den Phosphorus.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 386