-C 91 )- Proef 52. Op dezelfde wijze als de 5is.te: doch in plaats van koncrvijlsel op den Phosphorus te doen 11e- dervailennu daartoe gebruikt wel uitgegloeid de gepulveriseerde houtskoolhoe deze ook op den Phosphorus vielis het mij niet mogelijk geweest denzelven langs den gemelden weg tot eene ontvlamming te brengen. Ik heb niet noodig geoordeeld met andere stof fen proeven op deze manier tot ontvlamming van den Phosphorus te nemendeels om de groo- te moeijelijkheid (w van het wel treffen j name- lijk: (w) Dikwijls ziet men zich in deze proefnemingen te v leur gesteld, hetwelk aan onderscheidene gevallen is toe te schrijven want Voor eerst, schoon men den Phosphorus vlak onder de kleppen van het gemeld mechanisme geplaatst heeft ge beurt het echter niet zelden, dat, door het trillen der pomp, dezelve eenigzins verplaatst wordt en dan vallen de op te werpen stoffen ter zijde van den Phosphorus. Maar ookindien de Phosphorus te 11a aan zijne ont vlamming is, als men met de luchtsverijling ophoudt, dan wil het soms gebeuren, dat hij begint te branden eer men de kleppen loslaat; is hij daarentegen niet nabij genoeg aan het punt zijner ontvlamming ook dan mislukt de proef, al vallende stoffen (ikbedoel zulke als in Proef5) anders naar vereischte op denzelven. Daarenboven, al is de Phosphorus juist in zijne ware gesteldheid tot deze proefneming gebragt; maar valt er te veel kopervijlsel (of andere niet isolerende stoffen op den zelven, zoo dat hij'er als't ware door bedekt wordt, dan schijnt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 393