-( io3
zich uitstrekkende, en verhief zich zeer traag tot
eene meerdere hoogte; zij formeerde toen dien
kring om hel katoentje in Fig. 3. door d e f
aangewezen doch deszeifs licht was veel flaauwer
dan bij de vorige proeven. De damp of rook kring
echterdie dit lïaauwe licht omringde breidde
zich zoo ver, als naar gewoonte, of zelfs nog
iets verder, uit.
4. Daar die lichtkring zich niet tot den conus
vanFig. 4. scheen te kunnen opheffen, wilde ik,
door nog wat lucht uitte pompen, denzelven daar
toe behulpzaam ziju doch in plaats van langer
te worden zette hij zich in breedte uit, en werd
na ïo of 12 slagen met de pomp gedaan te heb
ben zoo ijldat deszeifs licht niet meer zigt-
baar was, zijnde liet dus donker binnen in bet
glas geworden.
5. Na eeöigen tijd wachtensvulde ik de klok
met dampkringslucht aan 'er ontstond geene
nieuwe ontvlamming. De Phosphorus en het
katoentje werden toen in dien staat bevonden,
als bij Proef i5. opgegeven is.
6. Ik heb deze Proef herhaald, en dezelve zoo
ver gebragtals hier hoven in 3. gemeld is. Na een
uur stilstands, liet werk beziende was de licht
kring gewekenen het rolletje vertoonde nu eenen
vuurgloed verwachtende, dat, indien ik zuivere
dampkringslucht inliet de verschijnselen van
jPïoef i. ontstaan zouden; werd ik niet weinig te
leur