-c I'3 )-
5. Na deze fraaije vertooning lang genoeg be-
zigtigd te hebbennam ik het stikgas weder uit
den cijlinder, hetzelve daarop met zuivere damp
kringslucht verwisselende; de lichtjes bleven nog
wel, maar begonnen toch langzamerhand te ver-
flaauwcn tevens mérkte ik bij liet daglicht op»
dat zij in een vocht (tot vochtdroppeltjes of stip
jes) overgingen, waarbij het mij zeer bevreemde
dat de Phosphorusin welken ik de temperatuur
nog hoog genoeg rekendeom te kunnen ont
vlammen j dit echter niet deed. Ik bragt daar
op weer vuur onder tegen het deksel aan, en
nu ontvlamde dezelve doch niet met den an
ders gewonen gloed. Terstond nam ik de lucht
weer uit den cijlinder, en
6. deze genoegzaam verijld hebbende, zoo dat
de lichtkring (zie Proef 53 in 5) zich voordeed»
opende ik de kraan die toegang gaf aan het
stikgas, hetwelk in den cijlinder intredende en
denzelven vervullendeterstond de vlam aan den
Phosphorus blusehteen de lichtjes, hier boven
in 4 beschrevennu weder in vollen glans deed
verschijnen waarbij ook de Phosphorus zelve i
aan vele puntenen voorts over zijne geheele
oppervlakte begon te lichten.
y. Thans wachtte ik een half uur: het lichten
was verflaauwdik ontschroefde toen het deksel
van den cijlinder de dampkringslucht daardoor
toegang hebbendemerkte ikdat de witte stof,
z. gek. IV. D. 2 St. H dia