-C 134 )- Welk het rolletje gestaan had ik besloot daarom lot eene herhaling van het laatstem Proef 72. Deze op dezelfde wijze als de voorgaande in- gcrigt; met dit onderscheid alleen, dat ik nu het rolletje vlak neergelegd had op liet wit papiertje, met hetwelk het dekseltje bedekt was als zijnde dithoewel eene niet geheel isolerende zelfstandigheid (m)echter minder geleidend dan het koperwaaruit het steunsel in de vorige proef bestond De lucht toen in een even zoo toegesteld wijnroemertje, tot zekeren trap verijld hebbende, zag ik het licht bij den Phosphorus sterk toene men bijzonder aan de aanraakpunten van het rolletje met het papier, waarop hetzelve tegen mijn oogmerk onlvlSrnde n Ik (1) Vergelijk Aanmerk, c hierboven. (ra) Volgens Proef 10. (n) Daar ik dezen wïjnroemer met zegclwas, zoo als ik op het einde van Aanmerk, f opgeef, op den kleinen transporteur gecimenteerd had, waar door de toestel wat warm geworden was, moet die ontvlamming daaraan waar schijnlijk toegekend worden ten zijhoewel in Proef 10. de ontvlamming met wit papier niet gelukte deze stof echter voldoende ter isolering van den Phosphorus zij. In- tusschen duurde die ontvlamming slechts weinige oogen- hlikkcn, de witte stof was alleen aan de onderzijde van iet rolletje voor een gedeelte verdwenenen na dit kort- ttondig

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 436