-( i4s
eelter door de behandeling in 8. opgegevenbet
daargemelde verschijnsel weer te voorschijn bren
gen maar dan en ook vervolgens met dat onder
scheiddat de lichtende stol zich niet meer door
bet gebeeie glaasje verspreidt, maar alleen aan of
in den omtrek van bet doosje zicli vertoontne
mende tevens dit verschijnsel bij volgende ver
wisselingen van gasal gaande weg in sterkte af,
zelis zoodat bet na een dag of dne naauwelijks
meer waartenemen zij, dewijl bet zich dan slechts
voordoet als een flaauw schijnsel van een wit licht,
even als dat van Proef 72 De Phosphorus
zelve hervat bij elke nieuwe mededeeling derstik
lucht na een oogenblik wachtensde phospho
rescence doch met eene toenemende verflaaa-
wing in deszelfs licht.
n. Inmiddels had ik waargenomen en nanr
Vervolgens van tijd tot tijd waar, dat het vocht
met
fijne stof die uit den Phosphorus uitgaat, verzadigd kan
worden; waarmede verzadigd zijnde, het geen vermogen
meer op denzelven laat blijken, althans voor zoo ver het
zijne phosphorescence betreft. Dat de Phosphorus ook in
andere gassoorten, indien dezelve daarin eenige uren ver
blijft, die fijne stof uitstoot, bewijzen de fraaije proeven
van Vauquelin en Fourcroy, (voorkomende inde
Jtnnales de Chemie Tom. XXI. pag. 189 enz.) In hoe ver, zo»
wel deze als ook andere oninadembare gassoorten met die
stof verzadigd kunnen worden, heb ik eenige prceven ge-
Momen, van welke ik ten vervolge op deze Verhandeling,
bij gelegenheid een verhaal hoop te geven.
(y) Proef 7a. verschijnsel a 56%