145 Voor liet overige kan ik aan den Phosphorus gcene bevochtiging meer bespeurenmaar dozclv# kwam mij volkomen opgedroogd voor. Proef 73 B. Bij de onderwerping van bet rolletje vafi Proef 72 aan het stikgas, waren deze de uitkomsten: 1. Op bet inlaten van dit gas, vertoonde zich nagenoeg betzelfde verschijnsel als bier boven onder A in 1, opgegeven is; met dit onderscheid echterdal bij het eerste invloeijen van hetzelve bet roemertje inwendig geheel verlicht werd val lende die lichtende stof dadelijk op het doosje, nog steeds lichtende blijvende, neder. Het licht, dat de Phosphorus toen ook terstond aannam Was evenmin glinsterendals dathij het vorig rolletjemaar tevens had liet veel van dien vuur gloed te voren reeds hij Proef 62 in liet 6e ver schijnsel 5o waargenomen. 2. Daar de zoo evengemelde neergevallen stof nog lichtende bleef (c), begreep ik het gas uit z. gen. IV. D. 2 St. K. te (r Dit bevreemde mij in't eerst, dewijl het regelrege iuliep tegen hetgeen bij het vorig rolletje in zoodanig ge val voorgevallen was (zie hierboven in Doch bij nadere overweging is het mij voorgekomen, dat hier dit lichten der phosphorische stoffe eigenlijk phosphorescentgeweest is, en dus eenc vertooning van het eerste lichten het vo rige ignicentieen vertooning van het tweede licht 9 of dat der zei (ontvlamming dezer fijne stof. Dat liet stikgas dit laat ste licht bluschte, is juist een bewijs voor deszelfs deugd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 447