-( i5i )- hetzelve van binnen met vochtdeeltjes bezet, die dit zoo evengemeide zuur zijn: entevens vertoont zich dan de nog overig zijnde Phosphorus gedeel telijk hoog geel of oranjekleuriggedeeltelijk wit. 4. Na het zoo eenigen tijd ter zijde gezet te hebbentot dat alies genoegzaam bekoeld iskan men door het fieschje slechts in de hand te verwarmen, mits het geopend houdende weer kleine ontvlammingen inden Phosphorus verwek ken waarbij dan de witkleurige stof, eene op lossing ondergaat, althans geeikieurig wordt. 5. Vervolgens den Phosphorus weer boven een vuurkooltje verhit hebbende, zoo dat dezel ve op nieuw branddeen toen liet fieschje slui tende, deed zich weer het zoo even in 3 gemelde verschijnsel voor; wordende er na de bekoeling, ook weer gele cn witte stof in gevonden. 6. Met een puntig ligchaam zelfs na uren stilstands dezen gebluschten Phosphorus roeren de, geeft dezelve weer kleine ontvlammingen: met een zwavelstokje dit doende, en deze voorts uit het fieschje optrekkende, zal d zelve ontvlam men. Bij deze of dergelijke behandelingzal al tijd de gemelde witte stof geel worden een ver schijnsel hetwelk mij op deze stof bijzonder op merkzaam maakteen ten einde hiervan meer te Weten te komen 7. Kam ik, van die stof een weinig uit het K 4 floschje

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 453